Kankercellen kunnen onder invloed van hormonen, die het lichaam zelf aanmaakt, groeien. Hormoonbehandelingen kunnen de productie van de hormonen beperken of hun invloed verminderen. Door het afgeven van hormoonsignalen kan de groei van de tumor afnemen en de tumor kleiner worden.

Hormonale therapie wordt bij vrouwen vooral toegepast bij borst- en baarmoederkanker en bij mannen bij prostaatkanker. De groei van kankercellen is hier vaak afhankelijk van de aanwezigheid van geslachtshormonen. De behandeling richt zich op deze geslachtshormonen.

Een hormoonbehandeling kan maanden of jaren duren. Soms zijn verschillende hormoonbehandelingen nodig tot de juiste behandeling is gevonden. Een hormoonbehandeling bestaat uit tabletten en/of injecties. De behandelingen kunnen ingrijpende bijwerkingen hebben, zoals gebrek aan eetlust, gewichtstoename, menopauze-achtige klachten, trombose en dunner worden van het haar.

Hormonale therapie kan worden gegeven:

• Na een operatie of bestraling. Dit gebeurt om eventueel achtergebleven kankercellen te vernietigen. Of om eventuele zeer kleine, onzichtbare uitzaaiingen buiten het operatie- of bestralingsgebied, te vernietigen. Men hoopt zo uitzaaiingen en de terugkeer van de ziekte tegen te gaan.
• Vóór de plaatselijke behandeling. De bedoeling is de tumor beter behandelbaar te maken en eventuele uitzaaiingen elders in het lichaam te vernietigen. Vaak is een minder ingrijpende operatie mogelijk als door het geven van een hormonale therapie vooraf de tumor kleiner is geworden.
• Als palliatieve behandeling. Deze behandeling kan worden gegeven als de ziekte niet (meer) kan worden behandeld. En is gericht op het remmen van de ziekte en/of vermindering van klachten, zoals pijn.